4554018469?profile=original

Amsterdam, Driekoningen, 6 januari 2013 – Wegens dringende werkzaamheden om de financiële verplichting na te komen voor het Willehalm boekproject “Operatie Congo” van de noodlijdende en met dood door deportatie naar zijn geboorteland Servië bedreigde schrijver Slobodan Mitric, zag de uitgever zich helaas genoodzaakt om de vandaag, Driekoningen, geplande verschijningsdatum van "De Jezusmysteriën – Rudolf Steiners evangeliënchronologie en de christusprofetie van Zarathoestra" naar een datum van niet later dan 15 februari te verplaatsen.

Zoals in het tussenbericht van 23 december jl. bekend gemaakt werd, is de vertaling van de eerste vier hoofdstukken over o.m. het geheim van de twee Jezuskinderen uit het derde deel van Werner Greubs magistrale trilogie over de graalgeschiedenis van de mensheid van Zarathoestra tot Rudolf Steiner voltooid; aan een ieder die deze uitgave van “De Jezusmysteriën” via BoekenRoute onder een intekenactie vooruitbesteld heeft, of dit vooralsnog doet, zal een PDF-bestand van deze vertaling gratis aangeboden worden. In de tussentijd zal met de nog te schrijven teksten, te weten: VoorwoordInleiding “Het Nieuwe Christendom” en Nabeschouwing o.m. getracht worden om het uiterst ingewikkelde onderwerp van dit boek: de zesvoudige Jezusmysteriën, te stellen in het totale verband van deze Graaltrilogie en wel als onderdeel van wat Rudolf Steiner met zijn christologische voordrachten over de vier evangeliën en de Openbaring van Johannes vanaf 1909 en over het “Vijfde Evangelie” in 1912 ook wel Het Nieuwe Christendom heeft genoemd.

Chronologisch en sterk samenvattend gezien gaat het bij deze zesvoudige mysteriën om:

1. De Jeshu ben Pandira die, als de door de Maitrya Boddhisatva geïnspireerde leider van de Essenen, zo’n 100 jaar voor het mysterie van Golgotha dit gebeuren in Palestina met zijn leerlingen heeft voorbereid;

2. De in het door een van die leerlingen, Matthai, geschreven Matteüsevangelie beschreven Jezus van Bethlehem, het Jezuskind dat in 7 v.Chr. in het teken van de Ster van Bethlehem aldaar geboren, door de drie magiërs als hun gereïncarneerde meester Zarathoetra aanbeden werd, en wiens Ik op 18-jarige leeftijd zich verenigde met:

3. De derde Jezus, tijdens diens bezoek op 12jarige leeftijd aan de tempel van Jeruzalen, de in het Lucasevangelie beschreven Jezus van Nazareth, wiens eveneens Maria en Josef genoemde ouders in Nazareth woonden, en waarin de nog niet eerder geïncarneerde, karmaloze zusterziel van Adam werd belichaamd; deze met het Ik van de Jezus van Bethlehem aldus verrijkte Jezus is dan eigenlijk niet meer hetzelfde als voorheen, vanwege zijn gedaanteverwisseling herkenden zijn verbaasde ouders hem vooreerst dan ook nauwelijks. Hij wordt dus, hoewel onder dezelfde naam, tot:

4. De vierde Jezus, de Jezus van Nazareth, waarin dan 18 jaar later bij de doop in de Jordaan onder diens gebed, zoals in het Lukasevangelie (Lc. 3:23 in de Ogilvie-vertaling van de Christengemeenschap) gezegd wordt: ”...de Heilige Geest in een gestalte als van een duif op hem neerdaalde; en een stem uit de hemel sprak: ‘Mijn Zoon zijt Gij, Ik heb u heden verwekt’ ”;

5. Jezus Christus, Gods geliefde zoon die, nadat Hij in een embryonale periode van 3¼ jaar aan de Nieuwe Adam op aarde heeft gewerkt, pas na Zijn opstanding als Geest van de Aarde werd geboren; waardoor de hele Aarde dus tot Zijn Lichaam is geworden. In de inleiding Het Nieuwe Christendom zal ingegaan worden op de consequenties hiervan voor de huishouding en het rentmeesterschap van de aarde, de wereldconomie gezien als sociaal organisme, onder verwijzing naar desbetreffende uitgaven van de Willehalm Stichting, te weten: “De rechtvaardige prijs – Wereldeconomie als sociale organica” en “Geldordening als bewustzijnskwestie – Een nieuw financieel stelsel vereist een nieuw beschavingsprincipe” van Herbert Witzenmann; en ook diens, nog te verschijnen, derde verhandeling in deze reeks “Een nieuwe economische orde op basis van de sociale organcia van Rudolf Steiner - Hoe de menselijke factor in de samenleving hersteld kan worden”; en

6. De welhaast meest onbekende Jezus, de Meester Jezus of zoals Werner Greub hem noemt: de Jezus van Nain, een mysterie dat, na in de vier vertaalde hoofdstukken en ook daarna terloops te zijn aangeduid, pas in hoofdstuk 8.1 “De verwekking van de jongeling van Nain” geheel ontsluierd wordt. Daarin ontwikkelt Werner Greub als eigen interpretatie, op grond van aanwijzingen van Rudolf Steiner, dat bij de opwekking van deze jongeling (Lc. 7) door Christus, het Ik van de Jezus van Nazareth in het lichaam van deze jongeling incarneerde, dwz. het Ik van de Jezus van Nazareth, dat zich bij de doop in de Jordaan had geofferd door zijn lichaam te verlaten, opdat in deze leeg geworden “Graal” het uit de Kosmos neerdalende Christuswezen als Jezus Christus kon worden verwekt. Volgens Rudolf Steiner incarneert deze wereldleraar Meester Jezus, als de drager van de al eerder genoemde Maitreya Boddhisatva, zich sindsdien in elke eeuw; en hij geeft daar enkele voorbeelden van, zoals in de vierde eeuw Mani, de stichter van het Manicheïsme, en in de 9de eeuw Parzival, die Meester van de Graal werd.

Welnu, het centrale thema, dat als een rode draad door Werner Greubs drieluik loopt, is de poging om de nog niet bekende incarnaties door de eeuwen heen van deze Meester Jezus, in verband met die van de Drie Koningen, de magiërs uit het Oosten, op historisch en geesteswetenschappelijke wijze te identificeren. Daarbij komen in het nog niet vertaalde tweede deel “Von Parzival zu Rudolf Steiners Wissenschaft vom Gral” vooral de figuur van Kaspar Hauser, het Kind van Europa uit de 18de eeuw naar voren, en komen in het evenmin compleet vertaalde derde deel “Erwachen an Goethe”, naast namen als Goethe, ook o.m. die van Christiaan Rozenkruis, Parzival, Wolfram von Eschenbach en diens zegsman Willehalm-Kyot, de reeds genoemde Zarathoestra, Pythagoras, Lysippos, Homerus, Mozes en uiteraard Rudolf Steiner zelf aan de orde.

Het moge duidelijk zijn dat deze uiterst gecompliceerde, en op onderdelen geheel nieuwe, materie niet zonder meer voor iedereen weggelegd is. Rudolf Steiner heeft ooit zijn antroposofie niet alleen als Wetenschap van de Graal, maar ook als de 20ste-eeuwse Openbaring van het Christendom beschreven. Dit geldt m.i. ook voor deze jonge 21ste  eeuw en tevens niet slechts inhoudelijk, maar ook qua vorm in de zin dat de antroposofie de sleutel vormt tot een werkelijk begrip van het meest gelezen, maar minst begrepen boek ter wereld, zoals Valentin Tomberg (1900-1973) die, m.i. terecht, door sommigen als de opvolger van Rudolf Steiner wordt gezien als het gaat om begrip van de Bijbel (gezien bijv. zijn weergaloze, nog niet in het Nederlands vertaalde Antroposofische Studies over het Oude en het Nieuwe Testament en de Openbaringen), de Bijbel ooit typeerde. Daarom zullen lezers van “De Jezusmysteriën” al op de tweede pagina de volgende tekst aantreffen:

Over het begrip van dit boek

Dit werk bestaat uit vier samenhangende hoofdstukken uit het laatste deel Erwachen an Goethe van de magistrale trilogie van de Zwitserse antroposoof Werner Greub over de graalgeschiedenis van de mensheid vanaf de oer-Persische ingewijde en religiestichter Zarathoestra tot aan de stichter van de wetenschap van de Graal, of te wel de antroposofie, Rudolf Steiner (1861-1925).

Dit excerpt borduurt verder op enkele geesteswetenschappelijke onderzoeksresultaten van Rudolf Steiner, met name onderbouwt het op historische wijze diens ontdekking in 1909, dat er bij de verschillende stambomen en geboorteverhalen van het Lucas- en het Matteüs-evangelie werkelijk sprake is van twee verschillende Jezuskinderen met twee verschillende, maar beiden Josef en Maria genoemde ouderparen. Bovendien openbaarde hij in het kader van o.m. zijn in 1912 aan de mensheid gegeven Vijfde Evangelie welke individualiteiten zich in deze twee Jezuskinderen incarneerden, en hoe bij de presentatie in de tempel van de 12-jarige Jezus uit het Lucasevangelie deze twee jongens tot één menswezen Jezus van Nazareth werden, waarin later op diens 30-jarige leeftijd bij de doop in de Jordaan God de Vader dan het Kosmische Christuswezen als zijn geliefde Zoon Jezus Christus verwekt heeft, die vervolgens na de Kruisiging en Opstanding tot de Geest van de Aarde is geworden, en aan het begin van de 20ste eeuw als de etherische Christus zijn wederkomst beleeft.

Voor een goed begrip van deze nog nauwelijks tot de openbaarheid doorgedrongen openbaringen van Het Nieuwe Christendom, zoals Rudolf Steiner ook zijn antroposofie ooit heeft getypeerd, en vooral voor een competent oordeel daarover is niet zozeer voorkennis vereist van deel een van Werner Greubs in 2009 verschenen trilogie Willem van Oranje, Parzival en de Graal – Wolfram von Eschenbach als historicus, noch van het nog niet vertaalde tweede en derde overige deel, maar wel kennis van het begrippenkader van de antroposofie, zoals dat bv. te verkrijgen is uit Rudolf Steiners boek De wetenschap van de geheimen der ziel. Dit zijn o.m. de vier wezensdelen van de mens, de leer van karma en reïncarnatie en de ontwikkelingsfasen van de aarde, de cultuurtijdperken en mensheid onder aanvoering van de hemelse hierarchiën in strijd met de, omwille van de menselijke vrijheid, door God tijdelijk toegelaten tegenmachten en hun scharen: Lucifer, Ahriman of Satan en de anti-Christ.

De Jezusmysterien kan vooruit besteld worden op

E-mail me when people leave their comments –

You need to be a member of Spiritueel Ondernemers Netwerk to add comments!

Join Spiritueel Ondernemers Netwerk