Noot vooraf: Robert Jan Kelder is oprichter van het Amsterdamse Willehalm Instituut en vertaler/ uitgever van “De rechtvaardige prijs – Wereldeconomie als sociale organica” en “Geldordening als bewustzijnskwestie – Een nieuw financieel systeem vereist een nieuw beschavingsprincipe” van Herbert Witzenmann.
Een iets kortere versie van dit artikel (zonder de verwijzingen naar de bovengenoemde publicaties en het P. S.) werd gepubliceerd in de internetkrant "De Aardespiegel" van 10 november 2011. Op woensdag 23 november zal tevens de schrijver dezes een lezing houden voor het Occupy College op het Amsterdamse Beursplein van 16.30 tot 17.45 uur met de bovengenoemde titel.
De voorlaatste Aardespiegel van 27 oktober besteedde ruim aandacht aan de Occupy-beweging, met name de manifestatie in Amsterdam, nadat al eerder de landelijke kranten erover hadden bericht. Zo ook in TROUW. Daar stelde Rob de Wijk, directeur van het Clingendael Instituut te Den Haag in zijn wekelijkse column “Politici zijn machteloos, de financiële sector faalt. Lang leve Occupy” (Podium, 21 oktober 2011) dat “in binnen- en buitenland alle partijen die ooit regeringsverantwoordelijkheid hebben gedragen medeverantwoordelijk zijn voor de ontstane situatie” en dat “populistische oppositiepartijen bij de Occupy beweging niets te zoeken hebben.”
Debat op het Beursplein
Juist op dat punt werd in de eerste week van de manifestatie op de stoepen van het Amsterdamse Beursplein druk gedebatteerd en heb ik aldaar geprobeerd de onderliggende redenen voor deze machteloosheid en falen duidelijk te maken en een alternatief te schetsen in de vorm van de door Rudolf Steiner na het einde van de Eerste Wereldoorlog in Midden-Europe gelanceerde idee van de driegeleding van het sociale organisme of te wel de sociale organica (ik blijf uit traditionele en systematische gronden de term sociale i.p.v. maatschappelijkeorganisme hanteren).
Aan het einde van mijn kort betoog verwees ik naar een tekst “Crisis en alternatief – zingevend recht en rechtsvormende zingeving in de sociale organica van Rudolf Steiner” van Herbert Witzenmann, die als studiemateriaal van het AmsterdamseWillehalm Instituut voor Sociale Organica aan belangstellenden op het plein (ook aan de aanwezige Aardespiegel-verslaggever Joris Boermans) was uitgedeeld en die op de leestafel buiten naast allerlei folders werd neergelegd. (Op een volgend bezoek aan het Beursplein reageerde ik op een notitie met een verzoek aan geleerden om lezingen te houden over politiek en economie, waarover ik nog in gesprek ben.) In dit bestek nu een poging om de hoofdlijnen van dit “alomvattende alternatief van de radicaalste aard” aan te duiden als een reactie op de uitnodiging van Jac Hielema “om stukken te schrijven die zowel publiceerbaar zijn in De Aardespiegel als in te brengen in de gesprekken bij Occupy”.
Nieuwe wetenschap van de wereldeconomie
Volgens de nieuwe wetenschap van de wereldeconomie, zoals ontwikkeld door Rudolf Steiner in zijn cursus “Wereldeconomie” (uitverkocht, heruitgave gepland) uit 1922, vormt de hele aarde, als economisch organisme gedacht, het sociale organisme; we zouden vandaag de dag ook kunnen spreken van het milieu of het ecosysteem, dat immers een symbiose is tussen de mensheid en de aarde. Dit sociale organisme wordt gevormd door de drie economische productiefactoren, te weten natuur, arbeid en kapitaal (of geest, daar kapitaal in principe gerealiseerde geest is). Door de toepassing van de factor arbeid op de factor natuur (grondstoffen) ontstaat de ene soort economische waarde; de andere economische waarde wordt gevormd door de toepassing van de factor intelligentie (geest) op de arbeid, waardoor deze bespaard dan wel productiever wordt. Door het voortdurend samenwerken van deze twee waardestromingen ontstaat de prijsvorming; rechtvaardige, eerlijke prijzen echter, waardoor de hele globalisering staat of valt, ontstaan evenwel niet door de zog. onzichtbare hand van de vrije markt zoals het (neo)-liberalisme beweert en al helemaal niet door ingrepen van de overheid. Rechtvaardige prijzen en als bijgevolg ook een gerechtvaardige verdeling van het nationale inkomen kunnen daarentegen alleen ontstaan door het sturen en bijstellen van de twee waardestromingen door nog op te richten economische associaties: adviesorganen bestaande uit producenten, handelaren en consumenten, dus lieden van organisaties werkzaam binnen het economische leven. Reeds op basis van de ontstaansvoorwaarden van het sociale organisme kan op zo’n manier een binnen-economisch waardescheppend recht geschapen worden, een recht dat waarlijk aan de eisen van de tijd voldoet.
Het politieke spectrum
Als je nu kijkt naar het politieke spectrum hier te lande (in andere landen is het niet veel anders), dan zie je over ’t algemeen dat elk van deze drie productiefactoren zijn eigen politieke stroming en lobby heeft die een deelbelang najaagt, groeperingen die elkaar bestrijden en het leven zuur maken en alleen na verkiezingen met veel moeite en gekrakeel tijdelijke verbintenissen aangaan. Zo vertegenwoordigen de VVD en een deel van het CDA hoofdzakelijk het kapitaal, de PvdA en SP staan vooral voor de factor arbeid, en de groene partijen de factor natuur. D-66 en het andere deel van de CDA liggen daar ergens tussenin, maar vertegenwoordigen idealiter ook niet het algemeen belang, omdat de democratie als gelijkheidsprincipe in zijn beperktheid alleen van toepassing is op het rechtsleven van de staat (politiek) en niet op het culturele leven (kunst, wetenschap en religie), waar eerder het ideaal van vrijheid zijn beslag vindt, cq. dient te vinden; evenmin op het economische leven, dat al veel meer als men beseft op broederschap is gebaseerd vanwege het feit dat door de wereldwijde arbeidsdeling niemand meer, zoals in de middeleeuwen, zichzelf en zijn naasten verzorgt. De PVV met haar hoofdaccent op de bestrijding van de politieke uitwassen van de Islam is eerder een culturele beweging.
Geen van alle partijen in het huidige politieke stelsel en het op het egoïsme gebaseerde neo-liberalisme is dus structureel in staat om, zoals De Wijk in zijn column ook stelt, “oplossingen te bedenken die het enge nationale belang overstijgen en de Europese Unie als geheel uit het slop te krijgen” zonder over hun eigen schaduw te springen.
Wat dan wel?
Sociale organica
Welnu, binnenkort verschijnt het derde en laatst deel van de reeks sociaalorganische studies onder de titel “Sociale organica – Ideeën voor de hervorming van de economie” van de filosoof/antroposoof én industrieel Herbert Witzenmann.
De sociale organica wordt daarmee nu opgeroepen om uit haar schaduwbestaan te treden en als serieuze kandidaat voor de hervorming van de wereldeconomie het podium te bestijgen.
P.S.
Ik stel dit als iemand die als singer/songwriter in de 60- en 70-er jaren in de Verenigde Staten actief deelgenomen heeft aan de anti-Vietnamoorlogbeweging en die daarna vele jaren op zoek is geweest naar een doortastend alternatief - en dat eindelijk gevonden heeft in de sociale organica als een nieuw beschavingsprincipe, een alomvattende leidraad dat zowel van toepassing is op de hervorming van de wereldeconomie als op het oprichten, in stand houden en uitbreiden van kennis-, woon- en werkgemeenschappen op het bewustzijnsniveau van de huidige tijd. Zoals ik geprobeerd heb aan te duiden in mijn inleiding “Een nieuwe hoffelijkheid” tijdens de boekpresentatie van “De Deugden – Jaargetijden van de ziel” op het door Iwanjka Geerdink georganiseerde Novaglobe Symposium deze zomer te Ruigoord, kan binnen deze broedplaatsen voor de geest een drievoudige vrede worden gesloten tussen de mens met zichzelf (zijn dubbel), met zijn medemens en met onze moeder aarde (door haar te veredelen met de biologisch-dynamische landbouw). Weten zulke gemeenschappen zich als oasen der menselijkheid op aarde te verenigen, dan biedt dit zelfs waarlijk perspectief voor een wereldvredebond, een kiem voor een nieuwe samenleving.
Om deze voor sommigen op het eerste gezicht hoogdravende, zo niet utopische bewering verder geesteswetenschappelijk te onderbouwen, verwijs ik daarbij uitdrukkelijk naar de aan het begin van dit artikel genoemde studies en “Vormgeven of beheren – Rudolf Steiners sociale organica/ Een nieuw beschavingsprincipe”.
Comments