Soms wordt een vaag verlangen dat al een tijdje in je leefde ineens heel helder – het verlangen om een eigen onderneming op te zetten. Om te gaan schilderen of schrijven. Om nog een kind te krijgen. Of om een grote reis te maken. Dit verlangen is nu zo groot dat het zich niet meer terug laat dringen, het borrelt steeds weer op. Het dient zich aan. Maar het is ook heel eng. Want als je iets nieuws doet of toelaat, dan zou het oude kunnen verdwijnen. Ook al vind je de situatie nu niet even fijn, zij is toch bekend, en dat geeft je houvast. Op deze manier zit je in een patstelling. Je kunt geen kant op, en het vervelende gevoel om vast te zitten kan jaren duren.
Wat is het ergste dat je zou kunnen overkomen?
Het kan helpen om je concreet voor te stellen wat het allerergste is dat je kan overkomen als je je verlangen volgt. Je zou bijvoorbeeld in de bijstand terecht kunnen komen als je onderneming mislukt. Wat zou dat betekenen, hoe zou je leven er dan uit zien? Vast heel beperkt: je woont klein en op een plek die je niet zelf hebt gekozen, je hebt geen auto, er zijn geen vakanties meer en uitstapjes. Dat is vervelend. Maar je zult nog steeds slapen en eten, chagrijnig zijn en blij. Ik wil deze situatie niet goedpraten, financiële stabiliteit is belangrijk. Maar zelfs al zou het financieel heel zwaar worden, betekent dat nog lang niet dat je voor de rest van je leven in deze situatie blijft zitten. Je zal dan ook weer een volgende stap zetten. En dat doe je nu toch ook? Als je je angsten een gezicht laat krijgen, dan kun je ze ook in het gezicht kijken. Daardoor ben je in relatie met ze, kun je met ze omgaan. Dat is een houvast die je kan helpen om het onbekende in te stappen.
Loslaten is niet meer dan de bereidheid tot verandering
Dit betekent natuurlijk niet dat je in de bijstand zult komen als je aan je onderneming begint. Wellicht zul je straks zelfs meer verdienen dan nu. Je weet het niet. Maar om uit een patstelling te komen en actie te ondernemen is het noodzakelijk dat je loslaat, anders blijf je vastzitten. Veel mensen voelen dat loslaten een goede zaak zou zijn, maar hebben geen idee hoe. Vaak is dat omdat je denkt dat loslaten een soort afschudden is of weggooien van iets. Maar loslaten is helemaal geen actie, het is de voorwaarde voor actie. Loslaten betekent niet meer dan de bereidheid tot verandering, ook tot verlies. Loslaten houdt niet in dat je je baan kwijt raakt of een gehandicapt kind krijgt. Dat zijn allemaal dingen die je verstand verzint en bijna nooit de realiteit. Loslaten is de bereidheid om, als nodig, afscheid te nemen van situaties en dingen die niet (meer) passen bij wie je bent en waar je naar verlangt. Vaak valt het verlies hartstikke mee of is het, zelfs al was je er bang voor, lang niet zo erg meer op het moment dat het daadwerkelijk gebeurt.
Op je knieën naar de vernieuwing
Het schijnt bij het mens-zijn te horen dat je voor creativiteit, vernieuwing en groei door het “oog van de naald” heen moet, waar je het allemaal echt niet meer weet. Wat je van tevoren kunt weten, wordt namelijk ingevuld door je verstand en is niets dan een steeds grijzer wordend voortborduren op het (weinig aantrekkelijke) bestaande. Met steeds meer vervreemding en leegte en steeds minder levenslust en nieuwsgierigheid. Als je blijft zitten in een situatie die niet (meer) goed voor je is, dan blijft deze situatie ook niet dezelfde – ze wordt almaar erger. We kunnen verandering niet voorkomen.
Wat heb je er aan om op je knieën te belanden?
Als je het écht niet meer weet val je de put in. Je valt en valt, tot je ergens landt. Je landt op je oergrond, op de basis van je eigen zijn. Hier ben je niets en toch bén je. Rond mijn dertigste voelde ik me zo in het nauw gedreven door het leven dat ik totaal de kluts kwijt was. Op een gegeven moment lag ik een paar uur lang huilend op de vloer naast mijn bed, met de teddybeer uit mijn jeugd in mijn arm. Op een gegeven moment kwamen er geen tranen meer. Ik had het diepste punt bereikt. Ik was niemand, niets. Ik dacht: ook als je niets bent, kun je nog steeds de was ophangen. En dat deed ik. Het was een keerpunt, het begin van een nieuw leven. Waar ik eindelijk deed wat ik écht wilde, meer risico’s durfde te nemen, maar ook realistischer werd. De vrijheid van de dwaas is de vrijheid om te gaan voor wat je echt belangrijk vindt. De vrijheid om volledig zichtbaar te worden en niets meer terug te houden.
Het weten dat je ook op de grond van de put nog ademt en beweegt, is voor mij goud waard. Het betekent dat “het ergste” niet meer is dan dit – op je knieën om hulp vragen en dan weer verder gaan.
Comments