Onze ware natuur, wat is dat?

In gesprek met Hans van Dalsum, spiritueel trainer, levenscoach en student van spiritueel leraar Andrew Cohen. Het interview is een weergave van onze werkelijke oorsprong en ware natuur vanuit het relatief nieuwe filosofische en spirituele perspectief Evolutionaire Verlichting.

Carla de Ruiter: wat versta je onder jouw "ware natuur"?

Hans van Dalsum: De ware natuur van de mens en daarmee mijn en jouw ware natuur wijst naar onze diepste kern, daar waar we vandaan komen, wie we ten diepste zijn. Dat heeft iedereen zich volgens mij weleens afgevraagd. Het feit dat we hierover kunnen nadenken is al heel bijzonder, omdat wij mensen het product zijn van ongeveer 13.7 miljard jaar van evolutionaire ontwikkeling. De mens zelf bestaat pas zo’n 50000-100000 jaar. We komen eigenlijk net kijken op het toneel van de schepping!! In onze spirituele ontwikkeling zijn we ons, relatief gezien, pas heel kort bewust van dat er zoiets is als onze eigen natuur. Totdat de mens zich op psychisch, emotioneel, intellectueel en spiritueel niveau ver genoeg ontwikkeld heeft en zichzelf als autonoom individu ervaart, is hij of zij niet werkelijk in staat om zichzelf te zien als uitdrukking van een evolutionair proces. Onze ware natuur toont zich wanneer we ons onze diepste oorsprong en reden waarvoor we hier op aarde zijn, herinneren.

Carla de Ruiter: Hoe herinner je je dan deze diepste oorsprong?

Dat brengt mij in contact met wat we “dieptijd” noemen. Dieptijd betekent dat we een verbinding tot in onze cellen ervaren van hoe we hier door de tijd heen zijn gekomen. Helemaal terug naar die ene bron, vanwaar jij en ik zijn ontstaan. Biologisch gezien en vanuit de wereld van de materie ben ik een zoon van mijn moeder en vader en hun vader en moeder enzovoort. Zo zie ik een lijn die ononderbroken teruggaat in de evolutie naar dat eerste moment: Het moment dat de “Big Bang” plaatsvond. Het is wat mij betreft een wonder dat we een product zijn van deze 13.7 miljard jaar onbewuste en inmiddels bewuste evolutie. De mens als vorm is hiervan, voor zover we dit tenminste weten, de meest ontwikkelde, complexe en intelligente uitdrukking. Tegelijkertijd, wanneer je de verbinding maakt met dieptijd, is er ook een dieper weten dat dit zo is.

Carla de Ruiter: Wat gebeurde er bij die “Big Bang”?

Hans van Dalsum: Dat kunnen we alleen bevatten als we voorbij het denken gaan. Wetenschappers hebben heel veel onderzocht op het niveau van de vormen die ontstaan zijn binnen de evolutie. Ik noem dit het exterieur, of het tastbare deel van de schepping. Alles wat we kunnen zien, aanraken, voelen, denken en beredeneren is wat we het manifeste noemen. Het is dat deel dat ontstond op het moment van de Big Bang. Tijd begon, ruimte ontstond, vormen verschenen, en een mysterieuze impuls, die in zichzelf een enorme intelligentie is, begon iets te creëren. We kunnen zeggen, vanuit een niet ruimte, geen tijd, geen materie, ontstonden ruimte, tijd en materie. De big bang was het moment dat dit ogenschijnlijke tegenstrijdige proces begon. Op dit zichtbare niveau kunnen we steeds dieper ontdekken wat de uitdrukking of de manifestatie van die ware natuur is. Het specifieke moment dat er vanuit het niets een oerknal plaatsvond is een moment dat we misschien nog wel kunnen begrijpen of in ieder geval beredeneren. Maar als je wilt weten wat onze bron nog meer is, gaan we hier over de lijn van het manifeste naar het niet manifeste; dat wat zichtbaar is en wat niet zichtbaar is. Dit is vanuit een materieel en tastbaar wereldbeeld niet voor te stellen. Door de eeuwen heen hebben vele religies en spirituele stromingen hun zienswijze op onze ware natuur gehad. We realiseren ons nu dat deze waarnemingen altijd verbonden zijn geweest met het ontwikkelingsniveau van de cultuur op dat moment. Dat betekent dat we nu een veel groter perspectief hebben op waar we in onze ontwikkeling zijn.

Carla de Ruiter: Heb je in je leven een antwoord gekregen op wat die kern is van dat niet zichtbare deel van onze natuur, waar die impuls of energie vandaan komt?

Hans van Dalsum: Jazeker, mijn eigen antwoord kwam in maart 2007 toen ik in een diepe persoonlijke crisis was beland. Ik probeerde wanhopig een oplossing te vinden voor een situatie waar ik compleet in was vastgelopen. Midden in de nacht, toen ik zwetend in mijn bed zat, compleet overspannen, werd alles ineens stil in mij en ik wist opeens iets heel zeker: Ik wist het gewoon echt niet! Ik, Hans, had geen antwoorden meer.

Carla de Ruiter: Ja, de enige zekerheid is dat er geen zekerheid is! Dan merk je dat je de controle los kunt laten.

Hans van Dalsum: Ja, dat was wel het gevolg, alhoewel ik me toen niet helemaal realiseerde hoe diep dit inzicht was en dat er eigenlijk iets onomkeerbaars gebeurde. Je zou kunnen zeggen dat ik opeens met lege handen stond. Gezien vanuit de wereld van een materialist was bezit namelijk alles wat ik had. Het ging altijd om mij en mijn relatie met de ander of het leven, iets wat de bron van al mijn lijden was. Ik dacht wel spiritueel te zijn en beoefende vele vormen van spiritualiteit. Dit was toch uiteindelijk iets buiten mij, iets waar ik een relatie mee had. Ik had ooit eerder in mijn jeugd een krachtige eenheidservaring gehad, maar toen was ik er niet klaar voor om dat inzicht te waarderen en er bij te willen blijven.

Carla de Ruiter: Wat ontdekte je als gevolg van dat ontwaken?

Hans van Dalsum: Het ontwaken zelf was het onomkeerbaar ontdekken van mijn ware natuur, dat wat de grond is van de schepping. Ik kwam in het besef van het niet weten en werd de stilte waarin we onbeweeglijk gewaar zijn van het feit dat er nog niets gebeurd is en er in onze diepste natuur geen probleem bestaat. We zijn één met dat deel van onszelf dat er altijd al was voordat de schepping plaatsvond. Dit deel is altijd onze diepste grond en ontdek je steeds opnieuw als we ons idee van zelf loslaten. Het is dat deel dat voor jou en mij dezelfde grond is en de grond is van alles. Van daaruit gezien is er maar een zelf, één essentie en is alles één. Iets waar alle mystici door de tijd heen naar hebben gewezen.

Carla de Ruiter: Wat betekent het voor je ware natuur dat je leert en ontwikkelt?

Hans van Dalsum: Wanneer je aandacht vanuit de plek waar er altijd iets mis is en het al weet of het eigenlijk moet weten, verschuift naar ”niet weten”, belanden we diep in die ruimte van geen plaats, geen tijd en geen schepping. Hier bestaan er geen problemen. Vandaar uit is er niets gebeurd en neem je de hele schepping niet waar. Het is de plek, die geen plek is. Dit is de diepste bron die we kunnen vinden en ons diepste deel van onze ware natuur. Het is een plek waar we een potentieel ervaren. Iets wat vibreert, maar nog niet handelt. Dat deel van ons leert niets.
Toen de oerknal plaatsvond, verlieten we deze plek en kwamen we in actie. Dit deel van onze natuur leert en ontwikkelt. Dat deel van ons wil zich altijd verder en meer ontwikkelen. Wij en dat proces zijn één !!! Wij zijn dat altijd ontwikkelende proces! Onze ware natuur in de manifestatie is verandering en vooruitgang. Wanneer je nu handelt, zonder tussenkomst van je ego (dat deel van onszelf wat zichzelf in relatie of als afgescheiden ziet van dat proces), dan kijk je niet meer vanuit de plek waar er altijd iets mis is met jezelf, of met een ander maar zie je het wonder. We zijn vaak zo enorm geïdentificeerd met onszelf, dat we niet door hebben dat onze aanwezigheid helemaal niet zo persoonlijk is als wij denken. Wanneer je werkelijk je eigen interieur, wat het interieur van de schepping is, je ware natuur ontdekt, ontdek je dat jij en ik een potentieel zijn, een energie die klaar is om zich uit te drukken, altijd wil weten, maar het nooit al weet.

Carla de Ruiter: Kun je dit deel van jezelf vergelijken met wat we "ziel” noemen?

Hans van Dalsum: Mijn leraar en grondlegger van deze evolutionaire filosofie en spirituele verlichtingsleer, Andrew Cohen, heeft een omschrijving van de ziel waar ik me wel in kan vinden. Het blijft een mysterieus iets, de ziel. “Het is het diepste deel van onszelf dat aan het levensproces bijdraagt”. Het is dat wellicht nog persoonlijke deel van het proces wat jij en ik zijn, dat zich de ontwikkeling van het proces of de spirituele evolutie van het proces herinnert. We kunnen alleen als we een lichaam beschikbaar hebben, het proces verder brengen of ontwikkelen. Hierdoor realiseer ik me dat we hier dus zijn om het proces vooruit te brengen. Met het proces bedoel ik het oneindige proces van innerlijke en uiterlijke ontwikkeling van de kosmos. En zoals mijn leraar zegt: “Totdat alle materie is verlicht”! We zeggen vaak dat als we iets heel diep weten, dat het iets op zielsniveau is. Meestal betekent dat, dat we iets uitdrukken of ontdekken wat één is met onze missie en doel hier op aarde.

De schepping zelf, of de energie en intelligentie die het proces in de tijd aanstuurt, is niets minder dan Goddelijk te noemen. Het is een energie die ons beweegt en doet ontwikkelen of we daar nu bewust aan bijdragen of niet, maar op het moment dat je je er van bewust wordt en er verantwoording voor neemt, is je lijden voorbij! Dit gegeven laat zien dat wanneer we ontwaken, we een dienaar worden van het evolutionaire proces.

Carla de Ruiter: Hoe bedoel je dat, dat we een dienaar worden?

Hans van Dalsum: Wanneer je je persoonlijke doelen van gelukkig zijn, de ideale partner voor jou, rijk willen worden of wat je individuele doelen ook mogen zijn, minimaal op de tweede plaats zet, zie je dat wij een deel van een evolutionair proces zijn waarbij we gedreven worden door een impuls die een diepere bedoeling heeft. Het vraagt je, niet omdat het je wordt opgelegd, maar omdat je er één mee bent, om dat te dienen. Je ziet in dat het gaat over grootsere zaken dan ons persoonlijke kortdurende geluk. Wanneer je jezelf toestaat om het niet te weten, dan ervaar je dat de kern van die evolutionaire impuls, of levensimpuls er is om, vanuit de plek waar we nu zijn, iets te creëren dat nog complexer is en een hogere vorm van zichzelf wordt. Kijk maar naar wat de evolutie in de materie heeft voortgebracht. We vliegen nu met een raket naar de maan, terwijl we ons met ons begrip van techniek een paar honderd jaar geleden nog afvroegen of we misschien wel ooit zouden kunnen vliegen! Dit voorbeeld is een uitdrukking van waar ons perspectief op de werkelijkheid enorm is ontwikkeld en zich van eenvoudig naar complexer beweegt. Op deze wijze ontwikkelt ons bewustzijn en perspectief op de schepping zich ook, wanneer we daar aandacht aan geven. Daardoor krijgen we de capaciteit om steeds grotere verbanden te zien en we ons meer en meer gaan realiseren wie we werkelijk zijn, waarvoor we hier zijn en waar we naartoe gaan!

Carla de Ruiter: Wat verandert er door deze inzichten?

Hans van Dalsum: Het is goed te benoemen dat wij de capaciteit voor meer bewustzijn steeds verder verdiepen als we hier aandacht aan geven en het waarschijnlijk nooit af zal zijn. Mijn ego steekt in ieder geval regelmatig de kop op en dan verlies ik dit inzicht weer tijdelijk, maar eenmaal ontdekt en ervaren kan ik het nooit meer vergeten. Deze ontwikkeling vraagt je om steeds verder je ogen te openen. Daarmee open je de ogen van het proces zelf. Dagelijkse problemen zie je nu niet meer als jouw persoonlijk drama of dilemma. Je gaat jezelf en anderen zien als geconditioneerd door onze cultuur en ons verleden. Tegelijkertijd zijn we diep gegrond in die plek waar alles fundamenteel goed is, zie je het voor wat het is zonder drama: een mogelijkheid om het proces verder te ontwikkelen. Niet voor jezelf, maar om het proces verder te brengen.

Dit betekent niet dat we er zelf niet meer toe doen. Juist het tegendeel is waar: Zonder onze volledige aanwezigheid kan het proces zich niet verder ontwikkelen. Onze oriëntatie is verschoven en daarmee ons voortdurende idee dat we afgescheiden zijn. Nu zijn we meer geïnteresseerd in ontwikkelen dan in onze weerstanden. Het persoonlijke deel van ons is eigenlijk niet zo heel persoonlijk! Als je goed kijkt zie je dat onze ego’s binnen eenzelfde cultuur heel erg op elkaar lijken. Bijvoorbeeld in een postmoderne cultuur zoals de onze, komt onze waarneming altijd voort uit de collectieve overtuiging dat het leven om onszelf (ons narcistische ego) draait. Als gevolg daarvan bevind je je voortdurend in een toestand van niet goed genoeg zijn of superioriteit. Hierdoor ben je altijd afgescheiden van de werkelijkheid.

Carla de Ruiter: Wat is er nodig om te ontwikkelen naar die staat van zijn die je benoemt?

Hans van Dalsum: De uitdaging is voor ieder mens om de grond van zijn te ontdekken en vanuit deze vrijheid onze conditioneringen onder ogen te komen waardoor werkelijke verandering mogelijk is. De grond van zijn ontdek je door meditatie te beoefenen waarin je werkelijk alles loslaat en letterlijk jezelf toestaat om te sterven aan alles waar je aan bent gehecht: je denken, je voelen, je partner, je kinderen en uiteindelijk je lichaam. De voorwaarde is dat het alleen werkt als je onvoorwaardelijk alles loslaat. Alleen dán kom je in contact met de ruimte van niet weten of je eigen grond van zijn. Dat is de basis, maar we spreken hier over een enorme verschuiving. Dat is geen kleinigheid. Het mooie is dat we dit elk moment opnieuw kunnen doen en zullen blijven doen. We hebben een keuze en toch ook weer niet. Als we aan het eind van ons manifeste leven komen, zullen we het moeten doen, dan wordt je ook gevraagd om jezelf en “je leven” los te laten. Door nu te leren sterven, leer je hoe je werkelijk een leven zonder angst kunt leven en is dat niet geweldig?

Carla de Ruiter: Dat heb je mooi gezegd! Het zal velen misschien ook afschrikken om eraan te beginnen! Het is niet zomaar iets dat je zo kunt of doet?

Hans van Dalsum: Ja, dat begrijp ik, maar zonder dat werkt het niet. Als je wilt ontdekken wat non-dualiteit is, vraagt het een absolute stap. Het gaat om overgave uiteindelijk. Er zijn inmiddels vele leraren die deze diepte hebben ontdekt. Om zo’n proces aan te gaan kun je je laten inspireren door een leraar. Als ik voor mezelf spreek, wakkert dat in mij het vuur van vrijheid en verlichting aan en ik word uitgedaagd om een nog diepere expressie te worden van de evolutionaire impuls. Dit vraagt altijd om je weerstanden, die misschien nooit helemaal zullen verdwijnen, onder ogen te komen. Er is veel moed voor nodig, beter gezegd: Het is de moedigste stap die je ooit zult nemen, omdat het je vraagt om al je gehechtheden op te geven. Je kijkt de dood van het beperkende ego en je verleden hier recht mee in de ogen. Maar het uiteindelijke proces is o zo bevrijdend en het brengt enorme positieve creativiteit in de wereld!

Carla de Ruiter: Het lijkt me ook zeker inspirerend, net zoals dat meditatie in een groep het veld van bewustzijn versterkt?

Hans van Dalsum: Zeker! Alle aandacht die we aan bewustzijn geven, versterkt het veld van bewustzijn en maakt het meer zichtbaar. Om dit samen te beleven brengt de hoogste vorm van verlichting, een basis voor een nieuwe verlichte cultuur in de manifeste wereld!

Carla de Ruiter: Wat is jouw conclusie? Wat bereikt iemand ermee om volgens deze filosofie te leven?

Hans van Dalsum: Je bereikt er een diepe levensvervulling mee want je vervult de diepste missie van je ziel. Je draagt bij aan de ontwikkeling van bewustzijn en cultuur. We willen allemaal vrij zijn, maar we willen er eigenlijk niets voor inleveren. We denken nog steeds dat we geluk vinden in meer bezit. Dat is de paradox van dit verhaal. Vrijheid betekent niets hebben en niets zijn. Daar ontdek je iets wat onbeschrijflijk veel groter is dan bezit. Het betekent één zijn met Gods wil. Niet vanuit een opgelegde structuur, maar vanuit je eigen ontdekking en overgave! Het mooie is dat wanneer je dit ontdekt, je ervaart dat je vol energie, levenslust, mogelijkheden en wil om bij te dragen bent. Je bent niet meer bang om het leven aan te gaan met alle uitdagingen die je tegenkomt. Je verkeert diep in rust want dat is je absolute natuur. Je ervaart jezelf als altijd in beweging en verandering, creatief en onderzoekend. Je hecht niet meer zo aan je verleden en je ziet geen verschil tussen het manifeste en het niet manifeste. Beiden zijn uitingsvormen van het Goddelijke geworden. Uiteindelijk is deze eenwording waar ieder mens vanuit zijn kern naar streeft. Het is niet mogelijk om vanuit het ego deze staat te bereiken. Het ego doet altijd een beroep op het afgescheiden zijn. Ervaart altijd een negatieve spanning tussen zichzelf en de ander. Deze leer wijst naar dat deel van ons dat altijd vrij is geweest en tegelijk- en dat is een nieuwe vorm van verlichting- naar dat deel dat altijd geïnteresseerd is om de volgende stap te nemen in de ontwikkeling van het proces zelf vanuit een inherent positieve frictie.

Hans van Dalsum in gesprek met Carla de Ruiter.


Lees de digitrailer van EnlightenNext Magazine nu gratis.

E-mail me when people leave their comments –

You need to be a member of Spiritueel Ondernemers Netwerk to add comments!

Join Spiritueel Ondernemers Netwerk

Comments

  • Hi Ronald,
    Tijdens de oerknal was er nog geen individu waar de ziel van kon splitsen. Maar je punt is wel duidelijk. We kunnen alleen nu constateren dat onze toestand voor het overgrote deel gesplitst is. We zijn ons wel degelijk gewaar van een fundamentele dualiteit of afsplitsing van onze essentie. Dit is wat we het narsistische ego noemen. De illusie dat we los staan van het proces. Op het moment dat we in onze eigen ervaring herkennen dat wij en het proces een uitdrukking zijn valt die splitsing direct weg, vraag je je af hoe je ooit heb kunnen denken dat je los stond van de schepping. Wat wel belangrijk is om te ontdekken is dat de dimensie van ego en de ontwaakte staat, dat jij een vehikel bent voor bewustzijn om zich uit te drukken, geen enkele grond deelt, het zijn 2 verschillende dimensies van zijn. Het ego heeft geen enkel belang om zichzelf als een proces te zien en hecht aan zijn eeuwig onveranderlijke toestand van dat er een fundamenteel probleem is, altijd. De enige manier dat we daar mee kunnen dealen is door het ego te doorzien.
    warme groet,
    Hans
This reply was deleted.