Woord vooraf van de vertaler/uitgever bij de 1ste volledige editie van De Deugden
Met deze uitgave is na een twaalftal onvolledige edities in kleine oplagen over de laatste bijna twintig jaar nu eindelijk een vurige wens in vervulling gegaan. Want bij deze is dank zij de correcties, suggesties en bemoedigingen van tientallen vrienden, medewerkers en belangstellenden in Nederland en Vlaanderen over die jaren heen organisch tot stand gekomen wat in het Woord vooraf bij de 8ste editie van 29 januari 1997 te lezen was: "Tot slot zij een vurige wens herhaald, dat namelijk geleidelijk aan een draagvlak en middelen mogen ontstaan die het verschijnen van een openbare, geïllustreerde en volledige uitgave van dit kostbaar werkje mogelijk maken."
Met een "volledige uitgave/editie" is bedoeld een zodanige die, naast de eigenlijke 12 maandmeditaties en het voorwoord van de Engelse uitgave, ook de vertalingen omvat van het magisch-literaire Ten geleide, het apologetische, idealistisch-filosofische Tot slot en de Opmerking bij de 1ste Duitse uitgave van Herbert Witzenmann (1905-1988), voormalig bestuurslid van de Antroposofische Vereniging en hoofd van de Secties Jeugdwerk en Sociale Wetenschappen aan het Goetheanum, Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschappen in Dornach, Zwitserland. In deze laatstgenoemde tekst zijn de bronnen vermeld voor de meditaties die aan het einde van elke maandspreuk van de originele, geïllustreerde Duitse uitgave aangereikt worden.
De teksttekeningen en illustraties van de kunstenaars Lars Legind en Emil Schweigler uit deze oorspronkelijke uitgave en de desbetreffende opmerkingen van de Duitse uitgever zijn hier niet overgenomen. In plaats daarvan werd ervoor gekozen om de kunstschilder Jan de Kok te vragen om voor elke maandmeditatie een passende verluchting te scheppen, een opdracht die hem m.i. wonderbaarlijk goed gelukt is. Want zijn kleurrijke, bewegende en etherisch-aandoende composities kunnen in samenspraak met de meditatieve teksten van de schrijver de indruk geven dat de Deugden in de levende traditie van het christelijke Avondland niet alleen na te streven ideaalbeelden zijn, maar hogere engelwezens van de tweede Hemelse hiërarchie, ook wel Machten in de christelijke esoterische traditie genoemd, Virtutes (Lateins), Dynamis (Grieks) of Geesten der Beweging (Rudolf Steiner). (Een toelichting van de schilder op zijn werk en materiaalgebruik is elders in deze publicatie te lezen.)
De ondertitel ”Praktische bijdrage aan de discussie over normen en waarden” werd vanaf het bewind in de 90-er jaren van het kabinet Balkenende aan de vorige edities van dit werk toegevoegd als een antwoord op de algemene vraag, hoe dan eigenlijk normen en waarden niet alleen begrepen maar ook op een waardige manier op de schouwplaats van de menselijke ziel beoefend en verzorgd kunnen worden. Dit kabinet richtte zich tot de burgerij met een goedbedoelde, maar misplaatste oproep tot een ethisch reveil – het ligt immers niet aan de overheid om het belang van normen en waarden in te preken, in de zin van de ‘’trias organica’’ (de driegeleding van het sociale organisme) is dit een taak die weggelegd is voor het cultuurleven (onderwijs, kunst en religie); in plaats daarvan dient de rechtstaat zich te beperken tot de vorming en handhaving van rechten en plichten.
Dit kabinet behoort inmiddels al weer tot het (verre) verleden, maar niet het belang cq. de noodzaak van betere of zelfs nieuwe omgangsvormen. Het moge daarom gepast zijn om de wens uit te spreken, dat deze nu volledige editie de nodige aandacht van beleidmakers en overige “changemakers’’ mag krijgen en zodoende er een boven de partijlijnen uitgaande, maar deze doordesemende beweging moge ontstaan die zich inzet voor het zich eigen maken van datgene wat en er in dit boekje wordt aangereikt, namelijk niets meer of minder dan een aansporing tot een nieuwe hoffelijkheid, ware edelheid van de geest (zie de meditatie van de maand september: Hoffelijkheid wordt tot tact van het hart).
Daarmee wordt in principe iedereen die op zoek is naar spiritueel studie- en oefenmateriaal voor het verzorgen van zijn of haar psychische hygiëne aangesproken. De Deugden zijn gebaseerd op aanwijzingen van Madame Blavatsky, stichter van de Theosofische Vereniging, die aan elke maand een bepaalde Deugd toekende (bv. januari: moed)[1], en Rudolf Steiner, oprichter van de Antroposofische Vereniging, die daar vervolgens beweging in heeft gebracht (bv. moed wordt tot verlossingskracht). Daarom zullen vooral leden en vrienden van die verenigingen zich aangesproken voelen in deze meesterlijke poging van Herbert Witzenmann om de denkbeweging tussen de gepaarde Deugden te beschrijven, bv. het interval dat klinkt tussen moed en verlossingskracht. Met name leden van laatstgenoemde vereniging, die immers volgens haar 15 oorspronkelijke statuten als haar voornaamste doel heeft "het willen verzorgen van het zielenleven in de individuele mens en in de samenleving op de grondslag van een ware kennis van de geestelijke wereld", zouden zich in deze handleiding voor geestelijke gezondheidszorg en ware levenskunst kunnen vinden.
Last but not least, zullen allen die moedig blijven streven naar het vernieuwen van de menselijke samenleving op aarde door het oprichten en verbinden van vrije broedplaatsen voor de geest, oasen der menselijkheid, dit kostbaar werkje willen open slaan. Want het bestuderen en beoefenen van de daarin beschreven twaalf maandmeditaties scheppen de innerlijke voorwaarden voor het oprichten, in stand houden en uitbreiden van moderne, zich op het niveau van ons tijdperk van de bewustzijnsziel[2] bevindende kennis-, woon- en werkgemeen-schappen, waar een drievoudige vrede kan worden gesloten tussen de mens met zichzelf (zijn dubbel), met zijn medemens en met onze moeder aarde (door haar te veredelen met de biologisch-dynamische landbouw).
Daarmee is tegelijk een van de doelstellingen aangegeven van het in Zwitserland in 1985 opgerichte en te Amsterdam in 2005 als eenmansstichting in de Kamer van Koophandel ingeschreven Willehalm Instituut. Een overzicht van de ontstaansgeschiedenis en doelstellingen van het Instituut, een levensschets van de auteur plus een complete lijst van zijn werken in het Nederlands, Engels en Duits, alsmede verder geplande publicaties is te lezen in het aanhangsel van dit geschrift.
Worden deze aanvullende werken in samenhang met De Deugden door een voldoende aantal mensen op aarde werkelijk opgenomen en verinnerlijkt en weten zij zich onderling in de bovengenoemde gemeenschappen, oasen der menselijkheid, te verenigen, dan biedt dit zelfs waarlijk perspectief voor een wereldvredebond, een kiem voor een nieuwe samenleving.
Dankbetuiging
Rest mij nog de taak om allen die op een of andere wijze bij het eindelijk tot stand komen van deze eerste volledige editie geholpen hebben, mijn oprechte dank uit te spreken. Dat zijn o.m. Ben van Tilborg, die als beheerder van de stichting Beauséant al in 2010 een financiële bijdrage heeft geleverd (alle andere antroposofische stichtingen alsook de Antroposofische Vereniging in Nederland gaven nul op het rekest; John Hogervorst van Uitgeverij Nearchus wil ik wel bedanken voor zijn suggestie om Jan de Kok te vragen de verluchtingen voor De Deugden te schilderen.) Op het literaire vlak bijgedragen hebben met name Yvonne Soudijn, die als eerste een poging deed de magisch-idealistische Duitse teksten van Herbert Witzenmann met zijn vele nieuwe woordcreaties in enigszins leesbaar en aanvaardbaar Nederlands om te zetten, en de taalkundige Ton Majoor die daarna het zijne heeft gedaan om tot de huidige versie te komen. Voor de grafische afwerking van de omslag dank ik Christiaan Kelder. Als laatste zij hier nog de antroposoof/filosoof en arts Ida-Marie Hoek genoemd die stelde dat de verklarende, voor Nederlandse begrippen extreem doorwrochte teksten van Herbert Witzenmann zelf een nadere toelichting behoefden, en daartoe ook een eerste aanzet afleverde. Om deze uitgave echter niet verder begripsmatig te belasten, heb ik haar voorgesteld daar een aparte publicatie aan te wijden.
Of hetgeen wat op het eerste gezicht als bijkans onvertaalbaar leek nu dan toch door de beugel van de Nederlandse taalgeest kan, moge de kritische lezer zelf beantwoorden. Vanzelfsprekend ben ikzelf als uitgever verantwoordelijk voor het eindresultaat (ook om na enige overweging toch de Deugden als reële wezens met een hoofdletter te schrijven.). Voor correcties en suggesties voor verbeteringen houd ik me warm aanbevolen.
Robert Jan Kelder
Willehalm Instituut,
P.S. De eerste boekpresentatie en tentoonstelling van deze editie tijdens het DeNieSa/NovaGlobe symposium van het Festival LandJuweel 2011 op Amsterdam Ruigoord van 12-14 augustus kwam mede tot stand door bijdragen van mijn broer Johannes en Iwanjka Geerdink, oprichter van NovaGlobe.
[1] Ondanks herhaalde pogingen is het niet gelukt om de bron voor deze uitspraak te achterhalen.
[2] Voor een verklaring van het begrip bewustzijnsziel en het natuurwetenschappelijke tijdperk waarin de moderne mensheid sinds het begin van de 15de eeuw leeft, zie o.m. Rudolf Steiners basiswerk Theosofie.
Comments